
‘k zit vast in jou en
mis m’n vrijheid niet

‘k zit vast in jou en
mis m’n vrijheid niet

zij waarbij je inademt als je ze kruist op straat

je pakketje is toegekomen.
er zit wat verwarring, verdriet, verlangen in.

en ik dacht nu heb ik me gewapend maar
jouw binnenglippen is niet anders
dan zijn binnenstormen

gisteren heb ik aan hem gedacht
dat kleine verlangen in ons bed gebracht

de geuren in huis zijn veranderd
je bent nu hier

dromen over golven van honing en
aan jou blijven plakken

bij jou wil ik steeds
traag en treuzelen
om het te rekken
de tijd en het vertrekken

als ik tederheid zie tussen twee mannen
als ik een vrouw zie geboren in een ander lichaam
als moed moet
als liefde graven is
bedekt met aarde door al die
schoppen die ze niet verdragen

waarom voelt thuis zo zacht en voel
ik me soms meer gezien door ogen
die mijn lichaam doen vechten met zichzelf

waarom wil ik toch altijd mijn mooiste kleren dragen
bij hen die me er in doen overlopen

ze spelen graag samen en
houden van elkaar onze
prettige lieve lijven

jij beefde ook.