hij met die fonkelende ogen die doen oogrollen, die doen smelten
hij die zoekt tussen benen naar de liefde van een ander die is verdwenen.
hij met de vele mooie vrouwen, die allen belangrijker voelen dan ik
hij die worstelt met het leven, maar altijd met een verliefde blik.
hij die zacht kijkt, soms hard is
hij van het grote lachen, het groot gemis.
bij hem voel ik me zelfs ruim tipsy nooit verdoofd
drink ik altijd meer dan ik aan mezelf had beloofd.
hij met de zachte lippen en het wilde haar
hij die spiegel is, met een barst in hier en daar.
hij die nooit verveelt, die uitdaagt en frustreert.
hij die niet altijd begrijpt, het wel steeds probeert.
hij is soms op mijn lippen, vaker in mijn gedachten
met grenzen zo flou dat ik nooit weet wat te verwachten.