Gisteren had ik een heel mooi maar moeilijk gesprek met mama. Ze vertelt me de laatste tijd af en toe hoe moeilijk ze het soms vindt, ouder worden. Minder kunnen doen, dingen vergeten en dan de schrik voor dementie, of om alleen te vallen. Iedere keer dat ze dat met me deelt, heb ik de neiging om subito presto in relativeermodus te schieten. “Maar kijk eens wat je wél nog allemaal kan, en trouwens de zon schijnt en we zijn er nog. Het leven is zo mooi liever positiever, hoera!”
Maar, en dat zou ik toch beter moeten weten, daar heeft niemand op zo’n moment iets aan. Als je verdriet en angst zo bruusk van tafel worden geveegd, voelt het vooral alsof ze er niet mogen zijn.
De ontkenningsmodus aanzetten doe ik deels omdat ik er zelf bang van word, van wat ouder worden kan doen met mijn geliefden. Maar ontkenning en handelen vanuit schrik is nooit een goed idee. Dus ik ga proberen om het beter te doen. Beter proberen luisteren, erkennen dat het inderdaad heel moeilijk is. Dat het leven soms kak is. Proberen samen de pijn aan te kijken.
In het gesprek gisteren heb ik voor het eerst toegegeven dat ik weet dat ik het doe, het weg positieven. En dat ik weet dat het niet goed is. Het was niet gemakkelijk en vroeg nogal wat nederigheid, maar ik ben heel blij dat ik het gedaan heb en dankbaar voor de liefde en wijsheid die ik in ruil kreeg. Daardoor hebben we elkaar weer op een heel mooie plek gevonden.
PS: zo zie je maar, ik verkondig misschien wel veel wijsheden, maar dat wil nog niet zeggen dat ik ze zelf altijd zo goed toepas