3 juli 2019 om 00:21

Vier na middernacht, ruim tipsy in het Zuidstation. En dan ben ik dankbaar voor mama, L., de liefde. Zij die aan me denken als ik er niet ben. Want er is zoveel eenzaamheid en ik heb me al zo weinig alleen gevoeld. Er is zoveel liefde in mijn leven. Gelukkig, want anders zou een avond gaan drinken en (aiai) roken eindigen in veel tristesse. Nu voelt het als grote luxe, proberen dicht te komen bij anderen door een beetje mezelf kapot te maken en los te laten. Omdat ik denk dat mijn lichaam mijn wezen er een buffer voor heeft. Dat het het kan dragen. En dan het wonder, dat ik mensen in mijn leven heb bij wie ik dit niet hoef te doen, om dichter te komen. En dan het wonder, dat er mooie mensen zijn in mijn leven bij wie ik dit kan doen. Dichter komen zonder rantsoeneren op het leven. Gewoon alles, ineens. Dat dat ook mag. Dat leven op spaarstand niet beter leven is. Dat we heel ons leven een beetje kapot aan het gaan zijn, maar tegelijkertijd ook echt.kunnen.leven. Dat ik me altijd bewust ben geweest, in het gebeuren, van mijn onvolmaakte woorden, huid en hart. En toch. Altijd kies om te delen. Dat dat misschien mijn allergrootste kracht is. Het besef van de schoonheid in het proberen. Niet als een ander. Dat ik in gesprekken over God en het leven altijd de relativiteit van alles kan zien, maar tegelijkertijd de grote waarde. Voor mij is dit waardevol. Dan wil ik er soms te gulzig van drinken, van de ander. Dan kan ik dat maar doen van hen, die het niet erg vinden dat ik het ze niet eerst vraag, of ze wel zo graag gedronken willen worden (ik vraag het nooit). Mijn God, ik heb gedronken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s